Als je kind voor het eerst de weg op gaat op een fiets is dat een spannend moment. Je kind kent de verkeersregels nog niet en is nog onervaren op de fiets. Hoe werk je hier naar toe?
Je wilt immers dat je kind veilig en zelfstandig op pad kan na het leren fietsen.
De meeste kinderen leren tussen de 4 en 7 jaar zelfstandig fietsen. Wanneer de zijwieltjes er af gehaald kunnen worden is deels afhankelijk van de ontwikkeling van het evenwichtsorgaan en daarnaast de algehele ontwikkeling van je kind. Bij het ene kind gaat dit sneller dan bij het andere kind.
Sommige kinderen kunnen al op twee wielen balanceren als ze vier jaar zijn, echter zijn er ook genoeg verhalen bekend van kinderen waarbij dit langer duurt. Kinderen welke voor het eerst zonder zijwieltjes gaan fietsen moeten over een drempel heen waarbij zij hun evenwicht voldoende vertrouwen. Deze drempel gaat de ene sneller over dan de ander.
Als voorbereiding op het echte fietsen beginnen de meeste kinderen natuurlijk met een driewieler of een loopfiets
Op een driewieler leert je kind al snel de fietsbeweging en het houden van zijn of haar balans. Het voordeel van een driewieler is dat je kind hier al op jonge leeftijd mee kan beginnen. Een andere mogelijkheid is het ouderwetse maar voor een kind zeer leuke loopfietsje. Ze zijn er tegenwoordig in allerlei kleuren en hippe uitvoeringen. Een loopfiets heeft geen trappers en geen zijwieltjes, het is de perfecte training voor het ontwikkelen van het evenwichtsorgaan.
Eerste fiets van een kind
Wanneer je kind zijn evenwicht goed onder controle heeft is het tijd voor een eerste echte fiets. Je begint natuurlijk met een fietsje waarbij je kind met de voeten bij de grond kan en met zijwieltjes. De zijwieltjes haal je er pas af als je kind de fiets en zijn of haar evenwicht goed onder controle heeft, daarnaast moet je kind dit zelf ook willen.
Eerste keer fietsen en evenwicht bewaren
De eerste stap is om je kind te laten wennen aan het houden van zijn evenwicht tijdens het fietsen. Hiermee help je zelf je kind; Hou de fiets stevig vast en laat je kind op de fiets gaan zitten, ondersteun hem of haar daarna aan de schouder en duw je kind rustig voorruit. Nadat je dit een paar keer gedaan hebt vraag je aan je kind om mee te trappen.
Er komt vanzelf een moment waarop je merkt dat het eigenlijk niet meer nodig is om de schouder vast te houden van je kind. Bouw dit rustig op van goed vasthouden naar losjes vasthouden tot helemaal los laten. Je blijft de eerste paar keer overigens wel zelf meelopen natuurlijk voor het geval er iets mocht gebeuren.
Eerste keer opstappen
De eerste keer opstappen en wegrijden is een spannende ervaring voor je kind. Leer je kind om de eerste trap te doen met zijn of haar sterkste been (links voor linkshandigen en rechts voor rechtshandigen). De eerste paar keer loop je mee, ook nu weer totdat je merkt dat het vanzelf gaat.
Eerste keer remmen en afstappen
Nu je kind zelf zijn eerste meters kan fietsen en wegrijden ga je hem of haar leren remmen en afstappen. Eigenlijk alle eerste fietsjes hebben een terugtraprem. Laat je kind voelen hoe dit aanvoelt door zelf het fietsje vooruit te bewegen en de rem in te duwen terwijl het kind de voeten op de pedaaltjes heeft. Daarna vraag je aan je kind om dit zelf te doen terwijl jij het fietsje een kleine vooruit gaande beweging geeft. Zodra de beweging bekend is om te terugtraprem te activeren ga je zelf op een paar meter afstand van je kind staan en vraag je of ze naar je toe fietsen. Vlak voordat ze bij je zijn vraag je ze te remmen, dit zal de eerste paar keer onhandig gaan in de meeste gevallen, je zult je kunt dus moeten opvangen in de beweging (fietsje afremmen).
Kind verkeersregels leren
Wanneer je kind het op- en afstappen, wegrijden en fietsen onder knie heeft laat je kind dan in een gecontroleerde omgeving zijn gang gaan op de fiets. Oefening maakt immers meester. Wanneer dat goed gaat is tijd om de verkeersregels te leren. Dit doe je spelenderwijs in een bekende omgeving. Laat je kind bijvoorbeeld een rondje door de wijk op de stoep fietsen terwijl jij meeloopt. Je wijst je kind op de voorrangsregels aan de hand van de situaties welke ontstaan, de woorden links en rechts (voorrang) zul je moeten blijven herhalen. Daarnaast wijs je natuurlijk alle verkeersborden welke je tegenkomt even aan en vertel je het kind wat de betekenis is.